-
1 contrastarm
• poor in contrast -
2 ijzerarm
• poor in iron -
3 zuurstofarm
• poor in oxygen -
4 arm
arm1〈de〉1 [ledemaat] arm3 [ledemaat bij dieren] paw4 [leuning van een zitmeubel] arm♦voorbeelden:1 een gebroken arm • a broken/fractured armgespierde armen • muscular arms〈 figuurlijk〉 met open armen ontvangen • receive/welcome with open armshij sloeg zijn armen om haar heen • he threw his arms around herzijn arm uit de kom trekken • put one's shoulder outzij liepen arm in arm • they walked arm in arm〈 figuurlijk〉 iemand in de arm nemen • call in someone 〈 bijvoorbeeld politie〉; consult someone 〈advocaat/arts〉; engage someone————————arm21 [behoeftig, bezitloos] poor♦voorbeelden:ik ben er twintig gulden armer op geworden • it set me back twenty guildershet arm hebben • be badly offarm worden • be reduced to povertyde armen en de rijken • the rich and the poor4 het arme schaap • the poor thing/soul -
5 zwak
zwak1〈 het〉♦voorbeelden:een zwak voor iemand hebben • have a soft spot for someone————————zwak29 [niet talrijk] weak♦voorbeelden:bijzonder zwak staan • not have a leg to stand onzwakke ogen • weak/poor eyeseen zwakke stijl • a poor/bad stylezwak zijn in iets • be bad/poor at something, be weak in somethingin een zwak ogenblik • in a weak moment7 een zwak zuur • a weak/diluted acidde markt sloot zwak • the market closed weaklyII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [taalkunde] weak♦voorbeelden:1 zwak werkwoord • weak/regular verb -
6 gebrekkig
♦voorbeelden:2 een gebrekkig betoog/plan • an inadequate/a poor/faulty argument/plangebrekkige huisvesting • poor/primitive housingeen gebrekkige kennis van het Engels • poor (knowledge of) Englishtaal en stijl waren zeer gebrekkig • language and style were very poorII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:zich gebrekkig uitdrukken • express oneself haltingly -
7 armoedig
-
8 min
min1I 〈 de (vrouwelijk)〉1 [voedster] (wet) nurseII 〈de〉1 [negatieve waarde] minus2 [minteken] minus (sign)♦voorbeelden:¶ iets in der minne schikken • settle something amicably/by mutual agreement————————min21 [nietig, zwak] poor♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉1 [klein] poor3 [weinig] little♦voorbeelden:daar moet je niet te min over denken • that's not to be sneezed at2 een minne streek • a mean/dirty trickiemand min behandelen • treat someone badlyzij is (net) zo min verlegen als ik • she is as little shy as I amik weet het net zo min als jij • your guess is as good as mineik kan het me net zo min als jij permitteren • I can no more afford it than you (can)1 [negatief] minus2 [natuurkunde] negative♦voorbeelden:1 de thermometer staat op min 10° • the thermometer is at minus 10°¶ min of meer • more or less, somewhat————————min3〈 voorzetsel〉1 minus♦voorbeelden: -
9 schamel
♦voorbeelden:er schamel uitzien • look shabby2 schamele resultaten • poor/paltry resultsschamel gekleed/gemeubileerd • poorly dressed/furnished -
10 slecht
♦voorbeelden:slecht betaald • badly/low paiddat is niet slecht • that is not badjij kent haar maar slecht • you do not know her wellslechter worden 〈van kwaliteit e.d.〉 • worsen, deteriorateslecht ter been zijn • have difficulty walkingde zaken staan slecht • things look badeen slechte vrouw • a woman of ill repute5 een slechte dag hebben • have a bad/an off dayhet loopt nog eens slecht met je af • you will come to no gooder slecht aan toe zijn • be in a bad wayII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 [bijna niet] hardly, scarcely ⇒ badly♦voorbeelden: -
11 laag bij de grond
adj. very poor, poor as a church mouse -
12 arm schaap!
arm schaap!(you) poor thing!, (you) poor lamb! -
13 arme stumper
arme stumperpoor wretch/fellow; 〈 vrouw, kind〉 poor thing -
14 armzalig
1 → link=armoedig 0.1armoedig 0.1♦voorbeelden: -
15 bloedje
1 (poor) little thing/mite♦voorbeelden: -
16 dubbeltje
2 [meervoud] [geld] pennies, pence ⇒ money♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 je zou hem je laatste dubbeltje toevertrouwen • you'd trust him with your last penny〈 figuurlijk〉 ze moesten elk dubbeltje tweemaal omkeren • they didn't have two pennies to rub against each othervoor een dubbeltje op de eerste rang/rij willen zitten • 〈 figuurlijk〉 want a champagne taste on a beer budget〈 spreekwoord〉 wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje • if you are born poor you will remain poor all your life -
17 kreupel
1 [mank] lame♦voorbeelden:het paard loopt/gaat kreupel • the horse is/has gone lamehij was/liep nog een beetje kreupel • he had/still walked with a slight limp -
18 mager
2 [met weinig vet] lean3 [pover] feeble4 [drukwezen] light♦voorbeelden:mager worden • lose weight, get thineen magere overwinning • a narrow victoryeen mager resultaat • a poor/meagre resultmager afsteken bij • compare poorly to -
19 niet veel zaaks zijn
niet veel zaaks zijnbe not up to much, be not a lot of good, be poor/indifferent, be a poor show/affairVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > niet veel zaaks zijn
-
20 pover
♦voorbeelden:een pover resultaat • a poor result
См. также в других словарях:
poor — W1S1 [po: US pur] adj comparative poorer superlative poorest ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(no money)¦ 2¦(not good)¦ 3¦(sympathy)¦ 4¦(not good at something)¦ 5¦(health)¦ 6 poor in something 7 a poor second/third etc … Dictionary of contemporary English
Poor — Poor, a. [Compar. {Poorer} (?; 254); superl. {Poorest}.] [OE. poure or povre, OF. povre, F. pauvre, L. pauper; the first syllable of which is probably akin to paucus few (see {Paucity}, {Few}), and the second to parare to prepare, procure. See… … The Collaborative International Dictionary of English
poor — [ pur ] adjective *** ▸ 1 lacking money ▸ 2 of low quality ▸ 3 not good enough ▸ 4 not skillful ▸ 5 lacking something important ▸ 6 less than expected ▸ 7 feeling sorry for someone ▸ + PHRASES 1. ) having little money and few possessions: a poor… … Usage of the words and phrases in modern English
poor — [poor] adj. [ME pore < OFr povre < L pauper, poor < IE base * pōu , small > FEW, FOAL] 1. a) lacking material possessions; having little or no means to support oneself; needy; impoverished b) indicating or characterized by poverty 2.… … English World dictionary
Poor — is an adjective related to a state of poverty, low quality or pity.People with the surname Poor: * Charles Henry Poor, a US Navy officer * Charles Lane Poor, an astronomer * Edward Erie Poor, a vice president of the National Park Bank * Enoch… … Wikipedia
poor — UK US /pɔːr/ US /pʊr/ adjective ► having little money and/or few possessions: »It s offering to pay off 10 percent of the poor countries debt. »He came from a poor immigrant family. ► not good or operating well, or of a low quality or standard:… … Financial and business terms
poor — ► ADJECTIVE 1) lacking sufficient money to live at a comfortable or normal standard. 2) of a low or inferior standard or quality. 3) (poor in) lacking in. 4) deserving pity or sympathy. ● the poor man s Cf. ↑the poor man s … English terms dictionary
poor — adj 1 Poor, indigent, needy, destitute, penniless, impecunious, poverty stricken, necessitous are comparable when they mean having less money or fewer possessions than are required to support a full life. Poor describes a person, a people, or an… … New Dictionary of Synonyms
poor — (adj.) c.1200, from O.Fr. poure (Fr. pauvre), from L. pauper poor, perhaps a compound of paucus little and parare to get. Replaced O.E. earm. The poor boy sandwich, made of simple but filling ingredients, was invented and named in New Orleans in… … Etymology dictionary
poor — [adj1] lacking sufficient money bad off*, bankrupt, beggared, beggarly, behind eight ball*, broke*, destitute, dirt poor*, down andout*, empty handed*, flat*, flat broke*, fortuneless, hard up*, impecunious, impoverished, indigent, in need,… … New thesaurus
Poor — ist der Familienname folgender Personen: Enoch Poor (1736–1780), Schiffbauer und Händler aus Exeter, Brigadegeneral der Kontinentalarmee im Amerikanischen Unabhängigkeitskrieg. Salem Poor (* 1758), afroamerikanischer Soldat, der für seine… … Deutsch Wikipedia